
Een treinreis in Nederland gaat volgend jaar tussen de zes en negen procent duurder worden. In een Kamerbrief van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat valt te lezen dat reizigers dit, afhankelijk van het later te nemen definitieve besluit kunnen verwachten.
De prijsstijging blijft daarmee beperkt. Eigenlijk was een prijsstijging van rond de twaalf procent nodig om de gestegen kosten het hoofd te bieden, maar na aandringen van het ministerie valt de stijging beperkter uit.
Andere benodigde gelden voor de bedrijfsvoering worden nu gehaald met het afschaffen van de jongerendagkaart (reeds afgeschaft) en het efficiënter uitvoeren van onderhoud aan treinen.
Dat de prijsstijging zo hoog is komt niet alleen door de gebruikelijke inflatie. Omdat er in de afgelopen jaren door Het Rijk en de NS is meebetaald aan het beperken van de stijging van de prijs voor kaartjes, ligt er nu men dit niet meer doet een extra prijsstijging van die jaren te wachten.