Den Haag, 24 januari 2022. Portret van staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Vivianne Heijnen.

Er is geen sprake van een ‘proeftuin’ voor het openbaar vervoer in de drie Noordelijke provincies. Groningen, Drenthe en Friesland vrezen dit nu er niet vier Intercity’s per uur naar het Noorden gaan rijden, terwijl Arriva mogelijk wel met stoptreinen van en naar Zwolle mag rijden op hetzelfde baanvak.

Daarom besloot SP-kamerlid Mahir Alkaya vragen te stellen aan demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen. Zij geeft aan dat aanvullend onderzoek nodig zou zijn om te kijken of het spoor in het Noorden geschikt is voor meer Intercitytreinen. Wel ziet ze het eventuele nut van een hogere frequentie in wanneer dit aansluit bij de reizigersvraag en het financieel mogelijk is.

NS-concurrent Arriva wil vanaf 2025 met eigen stoptreinen gaan rijden tussen Zwolle en Groningen/Leeuwarden. Dat kan volgens de ‘open access’-regels van de Europese Unie. Die verplichten het de toezichthoudende en beherende partijen onderzoek te doen naar de mogelijkheden op basis van een melding zoals die van Arriva. De Noordelijke provincies zijn echter bang dat zij een open access-proeftuin worden met grote risico’s rond de betrouwbaarheid van de dienstregeling. Omdat dit soort verbindingen niet onder de Hoofdrailnet-concessie vallen, hoeven de betreffende vervoerders niet aan dezelfde (strenge) eisen te voldoen.

“Vooropgesteld herken ik me op geen enkele manier in het beeld dat er plannen zouden zijn om van het Noorden een proeftuin voor het openbaar vervoer te maken”, schrijft Heijnen. “Voor mij staat voorop dat elke reiziger een goed, betrouwbaar en voorspelbaar reisproduct krijgt aangeboden, in welk landsdeel dan ook.”

De staatssecretaris gaat in augustus bekendmaken hoe zij de dienstregelingen boven Zwolle vanaf 2025 voor zich ziet. Ze is in gesprek met de Noordelijke provincies en neemt hun mening en visie mee in haar afweging.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *