Sinds 2014 kennen we in Groningen en omgeving de Q-link. Hoogwaardige, comfortabele bussen met snelle en rechtstreekse routes. Q-link werd bedacht na het afblazen van de plannen voor de Regiotram in 2012. Tot de invoering van Q-link was, mede door de plannen voor de tram, een oud lijnennet nog steeds de basis voor het busvervoer in de stad Groningen.

Lijn 2000

In het begin van de jaren 90 bedacht men bij het GVBG (Gemeentelijk Vervoerbedrijf Groningen) een ingenieus plan. Het busvervoer in Groningen veranderde in die jaren flink. In 1990 werd studentenlijn 15 tussen station en het Zernikecomplex geïntroduceerd, mede vanwege de invoeren van de OV-studentenkaart. Ook begon men met een pendeldienst tussen de parkeerplaatsen bij de Veemarkthallen aan de Sontweg en de binnenstad. Deze lijnen legden een eerste basis waar het stadsvervoer tot op de dag van vandaag op leunt.

Om de drukte in de bus in de nabije toekomst het hoofd te kunnen blijven bieden en automobilisten in het openbaar vervoer te krijgen, werd het plan Lijn 2000 bedacht. Het idee was om toe te bouwen naar een toekomstbestendig, robuust netwerk. Vooral in de spitsuren moest de stad vaak ontsloten worden. Gedacht werd om iedere 7,5 minuut een bus te laten rijden en om de drukte op te vangen werden er voor het eerst in de Groningse geschiedenis vier gelede bussen besteld. Dertien fulltime-vacatures werden uitgeschreven in de hoop nieuwe buschauffeurs te werven.

Het begin van de snelbus

Waar we nu het begrip snelbus vooral kennen op de langere afstand, zoals bijvoorbeeld de Qliner of de directe bus naar de Zernike Campus, was dit in 1990 een nieuw begrip. Het GVB voerde destijds ook zo’n soort buslijn in, want lijn 12 ging rijden vanuit Beijum en Lewenborg naar Zernike en de scholen in Vinkhuizen. Vervolgens werd doorgereden naar het toenmalige RKZ aan de Van Swietenlaan. De bus reed niet langs het Hoofdstation of de Grote Markt, nieuw in die tijd.

Drie spitslijnen werden er verder aan het net toegevoegd. Naast lijn 15 waren dit lijn 8 tussen Hoofdstation en het RKZ en lijn 14 tussen het Hoofdstation en de school De Clinck (aan de Kluiverboom, nu het Alfa-college). Deze lijnen moesten al iets eerder dan de rest van het nieuwe lijnennet worden ingevoerd.

Start van Lijn 2000

Enkele maanden later volgden de andere plannen, zo was de bedoeling. Dit lukte uiteindelijk niet. Toch werd het benodigde werk wel uitgevoerd. Om te beginnen werd het centrale busstation verplaatst van de Grote Markt naar het Hoofdstation. Zorgen daarover waren er direct, omdat de angst bestond dat het busstation door de komst van meer lijnen en hogere frequenties te klein zou zijn. Meer dan 1,3 miljoen gulden werd uitgegeven om het busstation en de omgeving te vertimmeren. Enkele aanpassingen aan het lijnennet werd al doorgevoerd.

In juni 1992 was het zover. In de voorgaande maanden bleken de reizigersaantallen al fors gestegen te zijn door de studentenkaart. De verwachting was dat dit door zou gaan zetten.

De stadsbussen gingen ieder kwartier rijden en sommige lijnen iedere 7,5 minuut. Er werden logischere routes gereden, waardoor er bijvoorbeeld in de Guldenstraat en op de Vismarkt geen bussen meer reden. Het betekende verder het einde van de Groene Weken in de zomervakantie, waarbij met lijnletters andere routes werd gereden door het GVB om de roosters met minder personeel toch rond te kunnen krijgen.

Het basislijnennet was bij aanvang op 1 juni 1992 als volgt:

  • Lijn 1: Station Noord – Centraal Station
  • Lijn 2: Hoogkerk – Centrum
  • Lijn 3: Vinkhuizen – Lewenborg
  • Lijn 4: Lewenborg West/Ulgersmaborg – Centraal Station
  • Lijn 5: Zernike/Paddepoel – Martini Ziekenhuis locatie Van Ketwich
  • Lijn 6: Beijum – Hoornsemeer
  • Lijn 7: Vinkhuizen – Hoornseplas
  • Lijn 9: Driebond – Hoornseplas

Daarnaast waren de spitslijnen 10, 11, 13, 15, 16, 17 en 19 en reden er een aantal speciale lijnen, zoals nachtbus 26 naar Beijum en Lewenborg, strandbus 27 naar de Hoornseplas en parkbus 29 naar de Martinihal en het Stadspark.

Ter verduidelijking werden andere termen gebruikt voor bepaalde bestemmingen. De Grote Markt werd bijvoorbeeld Centrum en het Hoofdstation werd Centraal Station. Een deel van de bussen verdween overigens van de Grote Markt.

Een filmpje van de gemeentelijke plannen op YouTube:

Klagende Stadjers

Veranderingen vallen niet altijd lekker, dat wordt bij haast iedere grote wijziging in het lijnennet duidelijk. In 1992 was het niet anders. De Gehandicaptenwerkgroep in Groningen zei in het Nieuwsblad van het Noorden in de zomermaanden veel klachten te hebben gekregen van Stadjers over Lijn 2000. Men was bang dat een autovrije binnenstad mogelijk ook kon zorgen voor een busvrije binnenstad vanwege het schrappen van meerdere buslijnen rond de Grote Markt en het omleiden van de streekbussen.

Ouderenbond ANBO kreeg naar eigen zeggen huilende mensen aan de lijn. Zij voelden zich in de steek gelaten door de gemeente en het vervoerbedrijf. De ouderen waren ontevreden over de verminderde bereikbaarheid van de Vismarkt en de slechte bereikbaarheid van het AZG en het crematorium bij Paddepoel. Bij het AZG moest men uitstappen aan de Petrus Campersingel of het Damsterdiep en het crematorium was helemaal niet bereikbaar per bus. De GVB kwam met een plan om speciale busjes te laten rijden voor ouderen.

Ook in de toen nieuwe wijk De Hunze was men niet blij, omdat men nog steeds op streeklijn 65 aangewezen was. Het GVB kwam de wijk uiteindelijk tegemoet door lijn 4 later om te leggen naar Kardinge en De Hunze, waar een rondje door de wijk werd gereden.

Het vervolg van de plannen

De plannen waren mooi en uitgebreid, maar het GVB werd vanuit Den Haag geconfronteerd met bezuinigingen. Dat zorgde na een jaar al voor de eerste versobering in het lijnennet.

De spitsuren werden verkort, de busverbinding van lijn 7 met de Hoornseplas verdween en lijn 9 werd helemaal geschrapt. Buslijnen die in de avond iedere 20 minuten reden, gingen eens per uur rijden.

Toch zette het GVB Lijn 2000 wel door. Volgens directeur Ton van Beek was het in het belang van de toekomst van het bedrijf. Het GVB had het namelijk best druk. De bussen naar Zernike puilden uit, waardoor werd besloten om lijn 5 niet meer naar het complex te laten rijden wanneer lijn 15 ook reed. Op zondagavond werd bijna een spitsdienst gereden door het grote aantal studenten wat traditiegetrouw per trein terugkeerde in de stad. Op de terugreis naar het station was het echter zo rustig dat het vervoer niet kostendekkend was.

In 1994 werd de situatie stabieler en bleek het lijnennet een blijvertje te zijn. Kleine aanpassingen werden slechts gedaan aan de dienstregeling.

P+R

Een speciaal plaatsje was er voor de P+R Citybus. Vanaf de Sontweg reed er dus al in 1990 een speciale pendelbus naar de binnenstad. Ook dit vervoer trok aan, waarbij na vijf jaar de bussen vol zaten maar ook de verkeersdruk in de binnenstad niet daalde. Er ontstonden voorzichtige plannen om meer parkeerplaatsen rond de stad te openen. Het vormde uiteindelijk het begin van een groot P+R-netwerk.

Toekomst

GVB bereidde zich met Lijn 2000 voor op een stabiele toekomst, en dat was hard nodig. De openbare aanbesteding zat eraan te komen, en voor de Groningse stadsdienst lagen er vermoedelijk meerdere kapers op de kust. Het GVB wilde daarom een stabiel bedrijf worden om zo op niveau mee te kunnen bieden op het stadsvervoer in Groningen. In 1994 werd het GVB verzelfstandigd en uiteindelijk verkocht. In 1995 werd Viacom betrokken bij het GVB, in 1998 werd het de nieuwe eigenaar van het GVB. Dit bedrijf deed het GVB na slechts enkele weken over aan het Britse Arriva, omdat Vancom geen doorgroeimogelijkheden in Nederland zag. Het GVB ging Arriva Groningen heten. Voor Arriva bleek het bedrijf wel het begin van een zeer grote Nederlandse tak die anno 2021 veel bus- en treindiensten in Nederland rijdt.

Het lijnennet bleef in de basis hetzelfde, alhoewel er in enkele jaren wel noodzakelijke wijzigingen door werden gevoerd, soms door bezuinigingen, soms door bijvoorbeeld nieuwbouw. Zo ging lijn 3 vanuit Vinkhuizen doorrijden naar de nieuwbouwwijk De Held, via een bussluis in de Leegeweg en met een eindpunt op de hoek van de Leegeweg en De Held. Viacom investeerde weinig in het GVB, waardoor uiteindelijk in de loop der jaren meer lijnen dan nodig geschrapt moesten worden. Het leverde onder meer kritiek op vanuit Selwerd en de Oosterparkwijk.

Voor wijken waar geen bus meer kwam werd verlichting gebracht met de Servicebus. Servicebus Noord was de bekendste lijn. De bus met nummer 25 reed tussen Winkelcentrum Paddepoel en het Kwinkenplein, de route waar eerst stadslijn 5 reed door de Hortusbuurt, terwijl die lijn 5 dezelfde route als lijn 15 naar het station reed. De Servicebus Zuid ging rijden als belbus tussen de zuidelijke stadswijken en de binnenstad. Dit werd geen succes.

Soms een experiment, soms een succes

Andere proeven en plannen bleken later ook niet direct een hit. Streekvervoerder GADO wilde aan het einde van de jaren 90 stads- en streekvervoer aan elkaar koppelen. In de spits reden de lijnen 151 en 157 vanuit Assen en Annen door naar Vinkhuizen. Lijn 11 werd later bij een deel van de ritten gekoppeld aan lijn 54 naar Haren.

Tussen Kardinge en de binnenstad werden eind jaren 90 de eerste stappen gezet met een vijfminutendienstregeling. Die dienstregeling bleek een schot in de roos en is nu nog steeds een onderdeel van Q-link. Daarnaast waren er aan het begin van de eeuw Aggloliners, een soort Interliner op de kortere afstand. Later kwam daarvoor de overkoepelende naam Qliner.

De lijnen in de stad zelf bleven tot en met 2013 globaal hetzelfde. Routes werden wel aangepast, maar eigenlijk alleen als daar noodzaak toe was. Een bezuinigingsroute aan het begin van de eeuw, waarbij bijvoorbeeld lijn 1 niet meer naar Station Noord reed en keerde bij de Soendastraat, werd al snel teruggedraaid. Lijn 11 had niet het Kwinkenplein meer als eindpunt en ging ook doorrijden naar het station.

Het bleken succesvolle voorschotten op het Q-link-product. Wat vroeger al als Aggloliner reed werd, in combinatie met de Citybus, ongeveer Q-link. Zo blijken plannen uit de jaren 90 die toen soms buitenaards leken hun toekomst ver vooruit en was de naam Lijn 2000 helemaal niet zo ver gezocht en het plan uiteindelijk, iets later dan verwacht, toch succesvol werd.

Het plan Lijn 2000 is uitgebreid gedocumenteerd en gearchiveerd. Het originele plan is in te zien in de Groninger Archieven in Groningen.

Een gedachte over “Het begin van de toekomst: Lijn 2000”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *